De ‘motor van Utrecht’ draait soepeler dan ooit dankzij deelfietsensysteem

Lage Weide staat bekend als ‘de motor van Utrecht’. Door de centrale ligging - en met snelweg A2, het spoor en het Amsterdam-Rijnkanaal om de hoek- is het een aantrekkelijke vestigingsplaats. Ruim achthonderd bedrijven in alle soorten en maten zijn er te vinden, onder wie DHL, HEMA, Strukton en Picnic. 

Het Parkmanagement Lage Weide zorgt ervoor dat het terrein veilig, schoon én bereikbaar is. Een uitdaging waar directeur Roeland Tameling van Industrievereniging Lage Weide zijn handen vol aan heeft. Vooral tijdens de spits lopen de wegen in en om Utrecht snel vol. ‘Daarom zijn we met ondernemers op ons terrein gaan praten over het stimuleren van thuiswerken. Dat is goed gelukt, maar voor medewerkers van distributiecentra bijvoorbeeld, is op afstand werken geen optie.’

Een andere maatregel die bedrijven hebben doorgevoerd om bereikbaar te blijven, is het verruilen van leaseauto’s voor treinabonnementen. Bij Lage Weide liggen twee stations in de buurt: Leidsche Rijn en Maarssen. De enorme afmetingen van het terrein (216 hectare) maken van de last mile echter een uitdaging. ‘Het kan soms wel drie kwartier lopen zijn voor je op je werkplek bent.’

Daarom werd een deelfietsensysteem bedacht. Een netwerk van hubs op het terrein waar mensen elektrische fietsen kunnen stallen en ophalen. Je kunt ze in de hele stad Utrecht zorgeloos gebruiken, de provider regelt dat fietsen altijd opgeladen zijn. Om mensen te laten wennen aan deze nieuwe manier van reizen, mochten ze de fietsen de eerste maanden gratis gebruiken. Nu kost dat slechts 2 euro per dag.

Invoering van dit bedrag was onontkoombaar volgens Tameling, want het systeem dreigde aan het eigen succes ten onder te gaan. Bij het parkmanagement kwam de bodem van de kas in zicht. De animo is wel flink teruggelopen: van drieduizend naar 1.600 ritten per maand.

Het parkmanagement wil dit cijfer dolgraag opkrikken. De deelfietsen leveren immers een belangrijke bijdrage aan een beter bereikbaar Lage Weide, aan vermindering van parkeer- en verkeersdruk en aan verlaging van uitstoot. Bovendien neemt de vitaliteit van medewerkers toe. Daarom komt er een promotiecampagne die medewerkers stimuleert weer vaker op de deelfiets te springen. ‘Daarin gaan wij benadrukken dat een ritje eigenlijk veel meer kost dan 2 euro, en dat je met elk retourritje 7 euro bespaart. Want dat is het bedrag dat wij bijleggen.’

Daarnaast heeft Tameling met de busmaatschappij afgesproken om rijtijden beter aan te laten sluiten op werktijden, zodat meer mensen in de bus stappen. 

Fietspromotie staat echter op één en dat zou volgens Tameling bij elk bedrijf zo moeten zijn. Een mobiliteitsscan is volgens hem een goed vertrekpunt, omdat de resultaten daarvan inzicht geven in woon-werk ritten en in waar verbetermogelijkheden liggen. ‘Vaak kun je zo’n scan vergoed krijgen van de gemeente of de ondernemersvereniging’. 

Tot slot heeft Tameling nog een tip voor bedrijven die willen bijdragen aan duurzame mobiliteit: ‘Organiseer jezelf. Als je samenwerkt met andere bedrijven is de kans van slagen groter. Je zult versteld staan van wat mogelijk is.’