STOMP-principe slaat aan bij Fontys: medewerkers laten vaker de auto staan

Met 40.000 studenten en ruim 4.000 medewerkers is Fontys een grote onderwijsinstelling. Het mobiliteitsbeleid is zeker niet alleen gericht op het behalen van duurzame doelen. De belangrijkste doelstelling is volgens Mobiliteit consultant Tanja Steenhorst het bereikbaar houden van de locaties in Eindhoven, Tilburg, Den Bosch, Venlo en Sittard.

Fontys nam al tal van maatregelen om het voor medewerkers aantrekkelijk te maken om de auto te laten staan. Zo is een arbeidsvoorwaarde dat er een vergoeding staat tegenover élke kilometer die iemand te voet, op de fiets of met het openbaar vervoer aflegt. Of het nu om woon-werk verkeer gaat of om zakelijke reizen.

Dit ligt anders bij autokilometers, zegt Steenhorst. ‘Dan bieden we pas vanaf 10 kilometer een vergoeding. Die ligt bovendien naar verhouding lager.’ De Hogeschool volgt daarmee het zogeheten STOMP-principe: Stappen, Trappen, Openbaar vervoer en Mobility as a service (deelvervoer) hebben een streepje voor op de Particuliere auto.

Ook kent Fontys een fietsstimuleringsregeling, waardoor medewerkers voordelig een (elektrische) fiets kunnen aanschaffen. Op elke locatie biedt de Hogeschool faciliteiten als een stalling en lockers. ‘En voor wie met de fiets komt staat er een deelauto op het campusterrein of in directe omgeving’, zegt Steenhorst. ‘Handig voor als je bijvoorbeeld een afspraak buiten de deur hebt. Vanzelfsprekend mogen ook studenten de stalling en lockers gebruiken.’ 

‘We zetten ook in op bewustwording’, gaat ze verder. ‘Zo hebben we meegedaan aan regionale acties die fietsgebruik stimuleren, zoals de Brainport fietschallenge en Limburgse studentencampagne van Posifiets.’  

Zelf vroeg de hogeschool studenten van de eigen Rockacademie om een lied en een videoclip op te nemen, om medewerkers en studenten te motiveren meer te gaan fietsen. Dat werd een nummer met veel humor en een leuke beat: Skip je waggie, neem de fiets.

De Hogeschool houdt sinds 2016 de effecten bij van de mobiliteitstrategie. Wat blijkt: het autogebruik onder medewerkers is met 24 procent gedaald. Ze stappen nu vaker op de (elektrische) fiets. Ook hebben sommigen ontdekt dat de Fontys-locaties prima bereikbaar zijn met het OV.

Toch valt er volgens Steenhorst nog een wereld te winnen, want de tweejaarlijkse mobiliteitsenquête leert dat 31 procent van de medewerkers regelmatig in de auto stapt voor ritjes tussen 7,5 en 15 kilometer. Onder studenten is dat 24 procent. ‘Een afstand die zeker elektrisch prima trappend is af te leggen. Of anders met de bus.’ 

De komende jaren gaat Fontys intensiever campagne voeren om deze percentages omlaag te krijgen. ‘Daarbij focussen we nadrukkelijker op studenten, want onder hen zien we de laatste jaren weinig verandering in reisgedrag. Maar eerst willen we onderzoek doen naar de motivatie voor hun keuzes.’ 

Dat is iets wat Steenhorst wil meegeven aan iedereen die ook aan de slag wil met verduurzamen van mobiliteit: meten is weten. ‘Goed onderzoek doen helpt om beter onderbouwde beslissingen te nemen. En draag uit dat het een gezamenlijke verantwoordelijkheid is en je het niet doet om automobilisten te pesten.’